De Dagen van Stormkind

poëzie en proza

Ik hou eigenlijk nog het meest, schreef de Vlaamse dichter Herman DeConinck, van een groep woorden die zich samen plotseling bijzonder intiem gaan voelen en zeggen: laat ons nou maar altijd bij elkaar, er hoeft er geen meer bij te komen. Ik herken dat soort liefde: het is de bron van de poëzie en proza die ik in de afgelopen twintig jaar geschreven heb. Dat begon rond de eeuwwisseling met mijn allereerste weblog. Veel ervan ben ik kwijtgeraakt, maar wat er nog is, staat hier. Samen met wat nieuw werk. Geniet ervan, en deel het als je daar zin in hebt.

Bestaan

PROZA | Twee jaar tijd. Vader dood, moeder kwijt. Het ouderlijk huis moet leeg, want verkocht. Vergeten liefdesbrieven, donkerhouten meubels, de naai…

Willekeurige herinnering

PROZA | In Oost-Berlijn logeerde ik samen met vriend M. bij houtsnijder Kurt, die zich tot levenstaak had gesteld de gehele bijbel in hout uit te snijden…

Wachten

PROZA | De werkelijkheid, schrijft Arjen Duinker, is een hardhandige vriend, en zo ongerijmd. Zo heb ik een schoolopdracht: maak een affiche voor Beckets…

Pauzes

PROZA | Een vlieg. Die moet dood. Met een electrische mepper. Na tien minuten heb ik hem. Ik druk de mepper tegen hem aan. Het lijfje knettert. Ik ruik…

Zwembad

PROZA | Languit liggen op een luchtbed. Dobberen. Drijven tot aan de rand, lichtjes met de tenen afzetten: zo zacht wachten dat de overkant uit het hoofd…

Vuur

Eigenlijk ben ik geen rituelenmens, maar ik heb een zwak voor kampvuren. Hoe je met aansteker en aanmaakhout aansluit in de lange rij van vuurmakers, terug tot in de tijd dat we onszelf nog geen mensen noemden maar het net geworden waren. Ergens achteraan de rij dit...